Terug

Blikvanger – Carola van Ruiswijk

21-03-2024

Ken je het fenomeen ‘blikvangers’, van die netten langs de weg om je afval in te gooien? Je ziet ze wel bij verkeerslichten en in woonwijken. Het idee erachter is goed, maar je ziet soms dat niet iedereen even goed met de oorspronkelijke opzet kan omgaan. Sommigen gooien complete vuilniszakken in de blikvanger. Regelmatig ligt er net zoveel rotzooi naast als erin. Raar. Hoe moeilijk is het om even af/uit te stappen en alsnog je afval ín de blikvanger te gooien?

Met Lenna fiets ik regelmatig langs zo’n blikvanger op onze lange, knaloranje duofiets. Lenna en de fiets zijn dan de échte blikvanger. Onze fiets valt op door zijn vorm en kleur, Lenna valt op door haar Downsyndroom. Wij wonen in een doorgaans vriendelijke omgeving en de meeste blikken die we krijgen toegeworpen, zijn vriendelijk van aard. Sommige blikken zijn nieuwsgierig, andere vrolijk, een enkele een beetje ongemakkelijk. Van die laatste hebben Lenna en ik geen last. Len ziet het niet eens, die zingt gewoon. ‘Hoor de wind waait door de bomen’ in augustus en ‘U zij de glorie’ in oktober. Als je niet vastzit aan de kalender of gehinderd wordt door de tijd, is het immers altijd Sinterklaas of Paasfeest!

Troosteloos

Wat Lenna ook goed kan, zelfs terwijl ze fietst, is gezichtsuitdrukkingen lezen. Dat brengt ons regelmatig in bijzondere, soms grappige situaties. Zo fietsten we laatst langs een meisje van – ik schat – begin twintig. Haar kapsel vertoont een wonderlijke uitgroei van roze en paars haar, ze zit onder de tatoeages en is mager. Ze maakt een wat armoedige en troosteloze indruk, terwijl ze door de drukke straat sloft. Het valt me op dat zij helemaal niet zo vriendelijk wordt aangekeken als Lenna, laat staan dat er iemand naar haar lacht. Downsyndroom valt kennelijk in de categorie ‘leuk’ of ‘aandoenlijk’. Maar als jouw uiterlijk afwijkt van de norm zonder dat we weten waarom, houden we daar niet zo van. Dat valt me dan weer tegen van mijn vriendelijke omgeving. En van mezelf. Want ik zie ook eerst dat gekleurde haar en die tattoos, en ik vind er meteen iets van.

Gezien

Terwijl ik nadenk over mijn eigen sneue, primaire reactie, ziet Lenna iets anders. ‘Ach,’ zegt ze. We fietsen inmiddels pal langs het meisje. En dan zie ik het ook: het meisje ziet er niet blij uit. Daar gaat Len wat aan doen. ‘Hoi m’vrouw!’ roept ze hard en vrolijk. Het meisje lijkt in gedachten verzonken en antwoordt niet. Maar zo gemakkelijk komt ze er niet vanaf. Lenna kan vasthoudend zijn en als ze antwoord wil, heb je gewoon wat terug te zeggen. Ook als je toevallig de dominee of de keizer van Japan bent. ‘HOOOOOOI!!!’ roept Len als we passeren. Het meisje schrikt zich een hoedje, kijkt een beetje verwilderd om zich heen en ziet Lenna. ‘Hoi’, antwoordt ze zacht, en ik zie aan haar gezicht dat ze het leuk vindt om begroet te worden. ‘Zo, mooi dag zegd’ klinkt het voorop de fiets.

Koningskinderen

Later passeren we de blikvanger weer. Ik zie ‘m staan. Daar mogen de snelle, negatieve en veroordelende blikken in. En misschien ook de meewarige, die vriendelijk lijken maar waarmee we de ander eigenlijk niet voor vol aanzien. Want kom, het is 2024. Nu weten we het toch onderhand wel? 46 of 47 chromosomen, mobiel of rolstoelgebonden, bruin, grijs of roze haar: we zijn allemaal Koningskinderen. Allemaal.


Carola woont samen met haar man en 5 kinderen op een boerderij. Haar een na jongste dochter heeft het downsyndroom. Voor Dit Koningskind schrijft Carola over haar leven.

Wil jij een optimale website? Dan hebben we wat cookies van je nodig. Pas mijn voorkeuren aan